Vanochtend was ik heel vroeg wakker en dat was maar
goed ook, want ik moest om 10.00 uur in Rotterdam zijn voor het behalen van
mijn kapiteinsdiploma.
Gelukkig was het mooi weer en was de wind gaan liggen.
Het valt immers niet mee om bij storm te moeten varen.
De SS Rotterdam zag er nog al groot uit, maar ik wist
dat als ik eenmaal op de brug stond ik er gemakkelijk mee zou kunnen varen.
Eerst moest ik het schip inspecteren.
De eerste stuurman, die aan boord woonde, wees mij de weg.
Ik zwaaide vriendelijk naar de examinatoren, want de
eerste zelfverzekerde indruk is belangrijk.
Op het voordek wachtten mijn de eerste opdrachten.
Zoals het uit de knoop halen van de trossen.
Dat was een stevig karwei, maar veel lastiger was het
om het anker uit te gooien.
Daarom ging ik eerst op onderzoek.
Ook het stuurwiel moest getest worden. Het zat een
beetje vast en na een beetje trekken ging het heel soepel. Ja, ik pakte alles
grondig aan.
Daarna werd het tijd om de koers uit te zetten samen
met de tweede stuurvrouw die ook nog bij TomTom gewerkt heeft. Zij is goed met
de passer en weet precies waar je kunt aanleggen zonder parkeergeld te betalen.
De ideale stuurvrouw dus.
Er kwam een melding binnen dat er een gat in de romp
zou zitten. Dat was waar en niet waar: er zat een gat, maar dat was voor de
troskabel. Vervelend toch om ook met amateurs te moeten werken.
De schoorstenen van dit stoomschip wilde ik ook
inspecteren, maar ik kon ze eerst niet vinden. Iemand had ze naar de
achterzijde van het schip verplaatst. Gelukkig heb ik een goede conditie, want
overal waar ik kwam waren trappen.
Het zwembad lag er mooi en gezellig bij, maar wel
zonder water.
Dat hoop ik morgen niet nog eens mee te maken.
Er kwam ook nog zo'n bootje van de concurrentie
voorbij.
Het kleinere werk zal ik maar zeggen .
Intussen begon ik honger te krijgen en belde met de
kombuis.
Daar waren ze nog niet zover.
Een boterham met pindakaas lag nog in de auto.
Gelukkig had de fotograaf wat mini-stroopwafeltjes meegenomen.
Na overleg met de chefkok werden er voor 12.00 uur
plaatsen gereserveerd bij de Fenix Food Factory aan wal. Dat was een fijn
vooruitzicht.
Nadat ik al mijn taken had vervuld en de juiste koers
had uitgezet was het zo ver:
Ik kreeg mijn kapiteinsbrevet.
En dat moest gevierd worden.
Snel gingen we van boord naar de Fenix Food Factory.
Daar hadden ze van alles wat, dus namen we een moederdagbrunch. Wel jammer dat
mijn moeder daar niet bij kon zijn. Die had het vast ook allemaal gelust: een
ei, twee plakjes rosbief, groentemix met feta, bruin brood van de witte bakker,
een krentemikje en couscous met rijst en verborgen merkezworstjes en omdat ik nog
veel moest doen geen cider of bier, maar een naturel frans perensapje. Yes !
Mijn oom kwam ook langs op een gewone fiets. Dat paste
niet zo in deze vaardag. Hij had beter met de watertaxi ( oei wat gaan die hard
), de splashbus ( nogal benauwd ) of de waterfiets (spannend) kunnen komen.
En omdat ik net mijn kapiteinsdiploma had gekregen
moest ik van mijn familie mijn eerste oorlam drinken. Moedig werkte ik deze
naar binnen.
Door mijn zonnebril konden zij niet zien wat ik daarvan vond.
Daarna wilde ik nog even over de "brug der
verliefden" naar het schip van mijn collega lopen.
Er hingen allemaal sloten van mensen die iets hadden
besloten.
Grappig, dat wel, vooral die ene.
En ja hoor: daar lag de MS Orchestra.
Zo'n modern schip waar je als kapitein nog maar weinig
hoeft te doen.
Mooi, maar saai.
En omdat ik geen zin had om weer al die trappen op te
lopen ging ik gewoon met mijn bemanning langs de waterkant zitten. Daar
vertelde ik iedereen over de fijne kneepjes van het kapiteinschap. ook loste ik
wat problemen op die ik eigenlijk mee naar huis had willen nemen.
Om 16.00 uur begon de boot van mijn collega te
toeteren en ging er een brandweerboot spuiten.
Vermoedelijk wilde hij op tijd in Engeland zijn. Hij
zette er flink de vaart in.
Ik vond het toen ook tijd om naar huis te gaan.
Het was een mooie dag geweest.
En nadat ik mijn gordel had omgedaan vlogen wij naar
het zuiden ( volgens kompas natuurlijk ).
Henk, Rotterdam, 10 mei 2015.