zaterdag 16 mei 2015

Ja hallo !

Ja, hallo, ik wil daar wel naar binnen gaan maar gezellig ziet het er niet uit. Ik weet het niet. Ik kom net van buiten en daar bevalt het me beter.
Hmmm. Het is er knap donker. Rollatorcity en zware parfums in de lift. Geef mij maar zee- bos- en berglust. Hier wordt ik niet blij van.

Je lijkt Munch wel, zegt J. Met open mond kijkt ze naar de mijne. 
Nou ja, die van het schilderij.
Zij herkent de blauwe ogen uit haar eigen context. Raadselachtig vindt ze hem en ze stelt tal van vragen. Zonder te oordelen  en bedachtzaam slaat zij de geheimen van het duister gade en probeert ze te omarmen.


Verontwaardiging. Dat voel ik ook. 
Wat daar allemaal niet gebeurd, daar buiten. 
Nou ja die indruk wordt van buitenaf gewekt: chaos, chaos, chaos. Vooral mijn linkerkant heeft daar moeite mee. Rechts ben ik gefocust en strijdbaar. Vertrouwen geven en daar dan in beschaamd worden. Ik hou er niet van. Het brengt mij in conflict, terwijl ik liever......zoals gisteravond in de volkstuin op Zestienhoven: de lucht trekt open, de wind valt  weg, de zon schijnt warm en we eten Kip a la Bombay met Blauer Zweigelt, terwijl 2 familiale en ook wilde eenden de slakkenkorrels uit de moestuin oppeuzelen.

( korte verhaal n n.a.v. spontaan schilderwerk ).


donderdag 14 mei 2015

Kapitein T.



Kapitein T.
Vanochtend was ik heel vroeg wakker en dat was maar goed ook, want ik moest om 10.00 uur in Rotterdam zijn voor het behalen van mijn kapiteinsdiploma.
Gelukkig was het mooi weer en was de wind gaan liggen. Het valt immers niet mee om bij storm te moeten varen.
De SS Rotterdam zag er nog al groot uit, maar ik wist dat als ik eenmaal op de brug stond ik er gemakkelijk mee zou kunnen varen.
Eerst moest ik het schip inspecteren.
De eerste stuurman, die aan boord woonde, wees mij de weg.
Ik zwaaide vriendelijk naar de examinatoren, want de eerste zelfverzekerde indruk is belangrijk.

Op het voordek wachtten  mijn de eerste opdrachten.
 Zoals het uit de knoop halen van de trossen.
Dat was een stevig karwei, maar veel lastiger was het om het anker uit te gooien.
Daarom ging ik eerst op onderzoek.
Ook het stuurwiel moest getest worden. Het zat een beetje vast en na een beetje trekken ging het heel soepel. Ja, ik pakte alles grondig aan.
Daarna werd het tijd om de koers uit te zetten samen met de tweede stuurvrouw die ook nog bij TomTom gewerkt heeft. Zij is goed met de passer en weet precies waar je kunt aanleggen zonder parkeergeld te betalen. De ideale stuurvrouw dus.
Er kwam een melding binnen dat er een gat in de romp zou zitten. Dat was waar en niet waar: er zat een gat, maar dat was voor de troskabel. Vervelend toch om ook met amateurs te moeten werken.
De schoorstenen van dit stoomschip wilde ik ook inspecteren, maar ik kon ze eerst niet vinden. Iemand had ze naar de achterzijde van het schip verplaatst. Gelukkig heb ik een goede conditie, want overal waar ik kwam waren trappen.
Het zwembad lag er mooi en gezellig bij, maar wel zonder water.
Dat hoop ik morgen niet nog eens mee te maken.
Er kwam ook nog zo'n bootje van de concurrentie voorbij.
 Het kleinere werk zal ik maar zeggen .
Intussen begon ik honger te krijgen en belde met de kombuis.
Daar waren ze nog niet zover.
Een boterham met pindakaas lag nog in de auto.
Gelukkig had de fotograaf wat mini-stroopwafeltjes meegenomen.
Na overleg met de chefkok werden er voor 12.00 uur plaatsen gereserveerd bij de Fenix Food Factory aan wal. Dat was een fijn vooruitzicht.
Nadat ik al mijn taken had vervuld en de juiste koers had uitgezet was het zo ver:
Ik kreeg mijn kapiteinsbrevet.
En dat moest gevierd worden.
Snel gingen we van boord naar de Fenix Food Factory. Daar hadden ze van alles wat, dus namen we een moederdagbrunch. Wel jammer dat mijn moeder daar niet bij kon zijn. Die had het vast ook allemaal gelust: een ei, twee plakjes rosbief, groentemix met feta, bruin brood van de witte bakker, een krentemikje en couscous met rijst en verborgen merkezworstjes en omdat ik nog veel moest doen geen cider of bier, maar een naturel frans perensapje. Yes !
Mijn oom kwam ook langs op een gewone fiets. Dat paste niet zo in deze vaardag. Hij had beter met de watertaxi ( oei wat gaan die hard ), de splashbus ( nogal benauwd ) of de waterfiets (spannend) kunnen komen.
En omdat ik net mijn kapiteinsdiploma had gekregen moest ik van mijn familie mijn eerste oorlam drinken. Moedig werkte ik deze naar binnen.
Door mijn zonnebril konden zij niet zien wat ik daarvan vond.
Daarna wilde ik nog even over de "brug der verliefden" naar het schip van mijn collega lopen.
Er hingen allemaal sloten van mensen die iets hadden besloten.
Grappig, dat wel, vooral die ene.
En ja hoor: daar lag de MS Orchestra.
Zo'n modern schip waar je als kapitein nog maar weinig hoeft te doen.
Mooi, maar saai.
En omdat ik geen zin had om weer al die trappen op te lopen ging ik gewoon met mijn bemanning langs de waterkant zitten.  Daar vertelde ik iedereen over de fijne kneepjes van het kapiteinschap. ook loste ik wat problemen op die ik eigenlijk mee naar huis had willen nemen.
Om 16.00 uur begon de boot van mijn collega te toeteren en ging er een brandweerboot spuiten.
Vermoedelijk wilde hij op tijd in Engeland zijn. Hij zette er flink de vaart in.
Ik vond het toen ook tijd om naar huis te gaan.
Het was een mooie dag geweest.
En nadat ik mijn gordel had omgedaan vlogen wij naar het zuiden ( volgens kompas natuurlijk ).

Henk, Rotterdam, 10 mei 2015.

zaterdag 4 april 2015

Het licht tegemoet.

Onderstaand schilderij werd door mij in relatief korte tijd geschilderd. Inspiratiebron was het werk van Mark Rothko. Het kwam puur gevoelsmatig tot stand met als voortgaand doel er spontaan een verhaal bij te schrijven. Het schilderij en het verhaal staan hieronder:


Geleidelijk aan nader ik het rode huis. Op de eerste verdieping brandt licht en het raam is half geopend. Het bovenlicht is goud-oranje getint en draagt een kruis met in het hart een rode knop. Een robijn. Een roos ook. Het geheel ziet er nogal kerkelijk uit.
Niet vreemd, zo blijkt snel, want ik herken het als het raam van de pastorie aan de Mathenesserlaan. 

Ik, vandaag een vogel, vlieg naar het open raam en nestel mij op de vensterbank. Buiten is het donker en het is dus wennen aan het krachtige licht van de oude gloeilampen hierbinnen.
Een bekende plek. En ik ben hier lang niet geweest.

Ik raap al mijn moed bijeen en vlieg naar binnen. Bijna overal staan antieke meubelen. Een ervan is een vitrine met geslepen glas. Daarin staat een servies. Ook is er een laag dressoir en een massieve eiken tafel in het midden van de ruimte. Daarop een smyrna tafelkleed dat mij wel heel bekend voorkomt. Ik ben ook weer in mijn oude (rlijk) huis.

In de hoek staat een kooi met daarin een bontgekleurde papagaai. "Lorre koppiekrauw" klinkt het vanachter de tralies. Het is een veelkleurig mannetje. Rood, groen, geel, blauw, hij heeft het allemaal. Zijn snavel oogt wat grijzig en op zijn kop heeft hij een pluim die opveert als hij knikt.
Zijn soms wat rollende ogen kijken mij veelzeggend aan, maar woorden schieten hem tekort.
"Ik vind jou lief." Ik hoor het mijzelf zeggen. Het lijkt of hij mij hoort en hij heft zijn ene poot in mijn richting. Ineens is hij helemaal wit met een oranje snavel en pluim.
"Krauw, krauw ".Ja, een spreker is het niet. In ieder geval nog niet.

Zijn opgesloten zijn roept bij mij een gevoel van mededogen op. Opnieuw kijk ik hem aan en hij lijkt iets te willen zeggen........Ik kan hem niet verstaan, wel voelen.
Ik besluit hoe dan ook de deur van de kooi te openen en hem zijn vrijheid te geven.

Daar zitten we. Samen op de vensterbank. Samen. Hij en ik. Boven ons een stralende sterrenhemel.
Stilte. Veel stilte. Mijn God wat voelt dit goed en wat heb ik dit gevoel lang gemist. Zo dichtbij de ander en toch ook bij mijzelf.
Een koele bries zet ons aan om te vertrekken. Aan de horizon gloort het licht van een nieuwe dag.
Samen vliegen we uit
Het licht tegemoet.

Vrijdag 3 april 2015, Henk.


zaterdag 21 maart 2015

Een reis met verhalen.




 Het is dinsdagmiddag en het is goddelijk lenteweer. Ik ben weer in de Eendrachtspolder en kan voor het eerst buiten zitten. Ja zelfs insmeren is een optie. Het is er weids en stil. Het enige geluid komt van de vele honderden watervogels, druk bezig met allerlei voorjaarsgedrag.

Ook als de zon lager gaat blijft het zacht en terwijl de wind wegvalt ga ik lopen langs de wedstrijdbaan. 8 keer 250 meter, zo geven de grote gele borden met zwarte cijfers aan.
En terug. Het heeft iets bemoedigends. Ik weet exact hoeveel ik loop en ook hoelang ik daarover kan doen.

Op de roeibaan verschijnen inmiddels de eerste roeiers, die met rustige gestage slagen het stille water doorklieven. Een coach op de fiets doet zijn werk. Helaas met een megafoon. Klinkt als een zeldzame watervogel met een te grote snavel.
 Ik voel me hier erg thuis en, hoe poëtisch, wil ook - nog niet - naar huis - nog lange niet. Pas als de zon bijna onder gaat keer ik terug naar de stad.
 


Terwijl ik in de brievenbus een wat fractaliaanse kaart vindt, die nogal koud en blauw overkomt vraag ik mij af welke boodschap deze kaart voor mij heeft.




Ik bekijk ‘m nog eens goed en eerlijk gezegd: ik heb er niet zo’n boodschap aan. Oogt spiritueel, maar is ijskoud. Komt van down under. Diepvries is wat ik zie. Wie stuurt mij nou zo’n kaart ?

Een ijsrijk opgebouwd uit fractals. Ergens in de kern duikt wel iets potentieels lichts op, maar dat blijft zwak. Ik mis warmte, rood, geel, oranje. Warme kleuren, warme mensen, warme klanken zoals bij Deva Premal en Miten of Dan Gibson. Leven.


Ik krijg herinneringen aan een jeugdfilm . Nardia. En zie de ijskoningin in haar koets naderen, een van de kinderen meelokkend met Turks Fruit en ander lekkers. Maar na de verwennerij is er de hardheid, de afsluiting. Met veel grootspraak verstevigt zij regelmatig haar zelfbeeld. Heerseres te zijn, daar gaat het om.

Wonderlijk hoe verraderlijk aantrekkelijk deze koningin is in haar handelen en presentatie. Zo iemand volg je graag, totdat……….je er niet meer toe doet.


Waar is mijn lente-roeibaan gebleven ? Waar ben ik hier ?

Is dit het land van melk en honing , van de grote gebaren en ultieme lofzang ? O, wat een goedheid wordt hier uitgedragen en georganiseerd. Wat een fantastisch luchtkasteel, maar dan wel opgeblazen.

Daar op de opgepompte toestand mag plezier gemaakt worden.


Iemand in mij wil er het liefst een gat in prikken, zodat er eindelijk lucht komt en er alleen maar een slappe hangende  plastic toestand overblijft. Weg met die eeuwige compressor. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.
 Het moet er allemaal even uit. En dat is goed. Teveel is teveel.


Ik vind haar mooi zoals zij daar zit, licht gebogen over haar vele talenten. De rode zomerjurk en haar zachtgebruinde huid in de Franse namiddagzon. Ik zie schoonheid en een prachtig speels innerlijk kind. Zuiverheid ook.

Ik hou van haar, gewoon al door te kijken. Eeuwigheidswaarde.

En wat een prachtige heldere stem. Een zacht verdriet is welkom.
 Zij ziet ook mij en..... mijn talenten.



Dag lieve jongen, wat heb jij een mooie doos bij je. En wat een mooie vogel staat daar op. Hij kijkt mij aan en zegt: doos ! Oh wat jammer dat ik je laatst niet heb kunnen zien. Je bent zo gegroeid en herinner me nog die kleine voetjes die zacht tegen mijn hand drukten, waarna je een wel heel ontspannen houding aannam. En later hoe je elke keer in de tuin probeerde om gras te eten. Een mooie milde dag. 
Doos ! Je doet mij zo rondrennend  denken aan een kleine bij, nog heel jong en vol verwondering. Kijk, doos ! Hij blijft het herhalen als wil hij zeggen……..doos !

Het past zo bij je. Steeds zoeken naar eigen ruimtes. Daar moet dan alles even voor wijken en soms kom je dan iets tegen wat je niet los kunt laten. Doos !


Ineens is hij groot. Hij kijkt me aan met zijn heldere blauwe ogen en zegt: Ik ben als deze doos. In mij huist een prachtige veelkleurige vogel, dat kun je zelfs aan de buitenant zien. Die vogel wil ik met jou en anderen delen. 
Ik bedank hem voor deze boodschap. 
Hier heb ik wat aan.


Doos

Niet      zomaar

Rijk       van        inhoud

Ik     ben     een     vogel

Ook

Henk van der Veen, Malmöpad, maart 2015 ,met dank aan Janneke.


De Zandloper.




                                                          De zandloper.


Aangestoken door het prachtige lenteweer op dinsdag dat haar apotheose vond in het in de namiddagzon genieten van de eerste roeiers in de Eendrachtspolder en het nestvoorbereidend geluid van de vele duizenden watervogels, besloot ik er ook op woensdag een buitendag van te maken.
Wat een geweldig idee, maar dan wel landinwaarts, want aan de kust zou met strakke noordelijke winden de winter invallen.
Oisterwijk ? Oosterhout ? Kalmthoutse Heide ? Lage Vuursche ? Zeist ? 
Drunen, zo voorspelde Buienradar zou warm, zonnig zijn en niet te ver weg. En zo geschiedde ( waar heb ik dat eerder gehoord ? ).

Het was even opletten temidden van de razende jakkeraars en route, maar alle drukte viel weg bij het parkeren bij de Loonse en Drunense duinen. De beloofde zon was er echter niet. Mijn overburen die ongeveer tegelijkertijd aankwamen kwamen uit Helmond en hadden vanochtend nog deels ontbloot in het zonnetje gezeten. 
Waarom zijn jullie dan hier ? zo vroeg ik.
Uit de laadklep kwamen twee retrievers. Zij wilden wel eens ergens anders snuffelen. 
 
En inderdaad, een El Dorado voor de snuffelaars. Helaas ook - ga hier niet naar toe op woensdagmiddag - een El Dorado voor krijsende en gillende kinderen. Maar ja, het is ook wel eng die stilte en ja natuuropvoeding is niet elke ouder gegeven. Zeker als ze niet kunnen lezen.

Gelukkig was er ook iemand met een zeer indrukwekkend soort bladblazer ( geen blad te zien ), die zijn uiterste best deed om de stilte te vullen.
Kortom: wat is het toch goed toeven in de Nederlandse natuur.

 Er zat maar een ding op: net zolang doorlopen totdat deze geluiden zouden wegebben. Helaas stond de wind niet gunstig en dus......................na 25 minuten ebden de krijsende kinderzielen weg en nog 10 minuten later de wel erg ver dragende blazer.
Een verademing.
Zand, heide, struiken, naaldbomen, zingende vogels en een kloppende specht. 
De blaren op mijn voeten, maar wel thuis.

In de verte doemde Mount Drunen op, de veruit hoogste duin in Brabant en omstreken en omdat deze dag ook om een daad vroeg besloot ik die als eindpunt te nemen.

Eerst echter door de donkerbruin gekleurde heide, de grote droge en mulle zandvlakte, totdat ik aan de voet van deze reus stond.
Aan de sporen te zien was iemand mij voor geweest. Ook waren er olifantssporen te zien, of zoiets.
Tijd dus voor een selfie.


Na een korte pauze in de luwte van de Mount werd het tijd om terug te gaan. Terug liep ik erg oplettend een andere route als op de heenweg.
Onderweg ontmoette in een oude, wat kalende egel. 
Via het mountainbikepad lukte het mij om weer dichter bij het kindergekrijs te komen, wat zich inmiddels had verplaatst naar een speeltuin in het groen.
Moe, maar met een goed gevoel belandde ik op de parkeerplaats. Moest er nog wel een stukje voor naar beneden.
De retrievers waren inmiddels terug naar Helmond.
Mij wachtte aan boord een milde Darjeeling en voor onderweg wat vers gesneden ananas.
Eindelijk......Mount Drunen bedwongen. Die kan van mijn lijstje.
Misschien morgen iets anders, maar dan wel in de zon.